Toorop: tussen geloof en hoop in Winterswijk

Dat Jan Toorop (1858-1928) van 1874 tot 1875 in Winterswijk woonde, is bij het grote publiek veel minder bekend dan het verleden dat Piet Mondriaan met Winterswijk heeft. Museum Villa Mondriaan wijdt van 5 maart tot en met 19 september een tentoonstelling aan het werk van Toorop, Toorop: tussen geloof en hoop. Daarbij toont het museum zijn fascinatie voor het boerenleven en later voor het rooms-katholieke geloof.

Toorop woonde bij een gastgezin aan de Zonnebrink in Winterswijk, tegenover het huis waar de familie Mondriaan vijf jaar later haar intrek zou nemen. Hij kreeg tekenlessen van G.W. Schut op de Rijks H.B.S., slechts enkele jaren voordat ook Mondriaan bij hem in de leer zou gaan. Hoewel Toorop en Mondriaan elkaars pad nooit hebben gekruist in Winterswijk, raakten de twee kunstenaars dan toch bevriend na hun eerste ontmoeting in de zomer van 1908. Vanaf dat moment is de invloed van Toorop duidelijk terug te zien in Mondriaans luministische werken. Ondanks dat de kunstenaars elkaar pas op latere leeftijd leerden kennen, zijn er ook tussen de vroege werken van Mondriaan en Toorop treffende verwantschappen aan te wijzen. Beide kunstenaars beeldden, geheel op eigen wijze, het leven op het land af. Bij Toorop nemen boerenfiguren vaak een prominente plaats in op zijn schilderijen, etsen en tekeningen. Bovendien was Toorop bijzonder geïnteresseerd in het contrast van het arme boerenleven met het moderne leven in de stad.

Toorop wordt vaak in één adem genoemd met het symbolisme, terwijl zijn oeuvre juist een grote diversiteit aan stijlen bevat. Zijn landschappen en weergaven van het boerenleven sluiten met hun grove kwaststreken niet alleen aan op de aard van het werk van de boer, maar ook op de impressionistische beeldtaal van de Haagse School. Dezelfde thema’s gaf hij rond 1889 op pointillistische wijze weer door de welbekende stippeltechniek met ongemengde, heldere kleuren naar zijn eigen hand te zetten. Na Toorops doop in de katholieke kerk in 1905 stelde Toorop zijn kunst in dienst van het rooms-katholieke geloof. Hij maakte portretten van geestelijken en tekende religieuze voorstellingen, die, afgedrukt op prentjes en ansichtkaarten, in talloze huishoudens terechtkwamen. Villa Mondriaan plaatst de artistieke zoektocht van de jonge Toorop naar zijn eigen stijl tegenover de ontdekking door de oude Toorop, de devoot katholiek, van de zingeving van zijn kunstenaarsbestaan.

Naast het werk van Mondriaans tijdgenoot Jan Toorop, toont Villa Mondriaan tevens het werk van hedendaagse kunstenaars Dienke Groenhout en Klaas Gubbels. Gubbels brengt in het ARCO-paviljoen een ode aan ‘het gewone’: koffiepotten, tafels en stoelen. In de tentoonstelling Ferengi plaatst Groenhout samen met Tamrat Gezahegne, Gígja Reynisdóttir en Valerie Asiimwe Amani kleding in een nieuw daglicht door middel van installaties en uitbundige kostuums. Alle tentoonstellingen zijn te zien van 5 maart tot en met 19 september.